Inschrijvings- en aanmeldingsplicht (algemeen)
Aanmeldingsplicht bij kort verblijf
Wanneer u, als Unieburger, naar België komt voor een verblijf van minder dan drie maanden moet u zich, samen met uw familieleden die u begeleiden of die u komen vervoegen, binnen tien dagen na uw aankomst aanmelden bij de gemeente van de plaats waar u tijdelijk zal verblijven. U krijgt dan van de gemeente een melding van aanwezigheid in de vorm van een bijlage 3ter.
Hiervoor moet u een geldige identiteitskaart of paspoort voorleggen. Familieleden die geen Unieburger zijn, dienen een paspoort voor te leggen dat, indien nodig, voorzien is van een geldig visum voor België. Wanneer u of uw familieleden niet over een geldige identiteitskaart of desgevallend- paspoort beschikken, toont u uw identiteit op enige andere manier aan.
U bent niet verplicht uw aanwezigheid te melden, wanneer u:
- logeert in een logementshuis dat onderworpen is aan de wetgeving betreffende de controle op reizigers
- tijdens uw reis in België opgenomen wordt voor behandeling in een ziekenhuis of een soortgelijke verplegingsinrichting
- aangehouden bent en in een strafinrichting of een inrichting tot bescherming van de maatschappij gedetineerd bent
Indien u zich niet aanmeldt binnen de tien werkdagen na aankomst, kan u een administratieve geldboete van 200 euro worden opgelegd.
Inschrijvingsplicht bij lang verblijf
Indien u langer dan drie maanden in België wenst te verblijven, schrijft u zich binnen de drie maanden na aankomst in België in, bij de gemeente van de plaats waar u verblijft. Familieleden die zelf geen Unieburger zijn, vragen een verblijfsvergunning aan bij de gemeente in de vorm van een ‘verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie’.
Wanneer de verklaring van inschrijving of verblijfsvergunning niet wordt aangevraagd binnen de periode van drie maanden na aankomst in België, kan u een administratieve boete van 200 euro worden opgelegd.
Unieburgers (alsook familieleden die Unieburger zijn) tonen bij hun aanvraag tot inschrijving hun Unieburgerschap aan middels een geldige identiteitskaart of paspoort. Wanneer u niet over een geldige identiteitskaart of desgevallend- paspoort beschikt, toont u uw identiteit op een andere manier aan.
De gemeente levert u, bij vaststelling van uw Unieburgerschap, een ‘aanvraag voor een verklaring van inschrijving’ af, in de vorm van een ‘bijlage 19’ en schrijft u in het wachtregister voor de Unieburgers. Na afgifte van de ‘aanvraag voor een verklaring van inschrijving’, voert de gemeente een woonstcontrole uit om u te kunnen inschrijven in het vreemdelingenregister.
Bij uw aanvraag (of ten laatste binnen 3 maanden na afgifte van de bijlage 19), legt u alle documenten voor die bewijzen dat u aan de voorwaarden voldoet:
Werkzoekenden
- het bewijs van uw werkaanvragen (sollicitatiebrieven), of
- het bewijs dat u bent ingeschreven bij een werkgelegenheidsdienst, en
- elk ander document waaruit blijkt dat u een redelijke kans hebt om werk te vinden waarbij rekening wordt gehouden met uw persoonlijke omstandigheden, zoals behaalde diploma’s, eventuele gevolgde of voorziene beroepsopleidingen, eerdere werkervaring en duur van de werkloosheid;
Werknemers en uitgezonden werknemers
- een werkgeversverklaring of arbeidsovereenkomst
Zelfstandigen
- een bewijs van inschrijving in de kruispuntbank van ondernemingen, met ondernemingsnummer
- een aansluitingsattest bij een sociaal verzekeringsfonds
Economisch niet-actieve Unieburger
- een ziektekostenverzekering
- een bewijs dat u over voldoende middelen van bestaan beschikt om zonder uitkering rond te komen
Studenten
- een bewijs van inschrijving aan een erkende onderwijsinstelling
- een ziektekostenverzekering
- een verklaring dat u over voldoende middelen van bestaan beschikt om zonder bijstand rond te komen
Familieleden die zelf Unieburger zijn en die een Unieburger komen vervoegen of begeleiden
- bewijs van familie- of partnerschapsband aan de hand van een officieel document dat –desgevallend - gelegaliseerd en vertaald werd (bijv. huwelijksakte, geboorteakte, uittreksel van de burgerlijke stand, …)
- indien u een economisch niet-actieve Unieburger komt vervoegen of begeleiden: een ziektekostenverzekering alsook het bewijs dat de Unieburger die u komt vervoegen over voldoende middelen van bestaan beschikt om zonder uitkering rond te komen
- indien u de Unieburger als wettelijk geregistreerd partner komt begeleiden of vervoegen: bewijs van de duurzame en stabiele relatie, en, indien beide partners niet minstens 21 jaar zijn, het bewijs dat zij beide minstens 18 jaar zijn en dat zij reeds ten minste een jaar samengewoond hebben voor de aankomst in België van de Unieburger die vervoegd wordt
- in voorkomend geval (kinderen ouder dan 21 jaar of bloedverwanten in opgaande lijn): het bewijs dat u ten laste bent van de Unieburger die u komt begeleiden of vervoegen.
Indien niet alle vereiste bewijzen worden overmaakt binnen 3 maanden na afgifte van de bijlage 19, weigert de gemeente de aanvraag tot inschrijving. U krijgt dan een maand extra tijd om alle vereiste documenten over te maken. Heeft u na die bijkomende maand nog altijd niet alle vereiste documenten overgemaakt, dan weigert de gemeente uw aanvraag en krijgt u, zo nodig, een bevel om het grondgebied te verlaten.
Maakt u wel alle vereiste documenten over binnen de termijn van drie maanden, of binnen de maand extra die u kreeg, dan zijn er twee mogelijkheden:
- ofwel erkent de gemeente onmiddellijk uw verblijfsrecht.
- in bepaalde gevallen zal de gemeente uw aanvraag doorsturen naar de Dienst Vreemdelingenzaken.
Deze beslist dan binnen een termijn van zes maanden over uw aanvraag.
Wordt uw verblijfsrecht erkend, dan levert de gemeente u een ‘verklaring van inschrijving’ in de vorm van een papieren bijlage 8 af, u kunt als u dit wenst op dat moment ook een elektronische E-kaart aanvragen.
Familieleden die geen Unieburger zijn en aan wie het recht op verblijf in het buitenland reeds werd toegekend, door middel van een visum type D, dienen zich binnen de 3 maanden na binnenkomst in België aan te bieden bij het gemeentebestuur van de plaats waar men verblijft. Na de woonstcontrole wordt u ingeschreven in het vreemdelingenregister en ontvangt u een verblijfskaart van een familielid van een Unieburger in de vorm van een F-kaart.
Familieleden die geen Unieburger zijn en die hun aanvraag tot verblijf bij het gemeentebestuur in België indienen, tonen de familie- of partnerschapsband aan middels een officieel document dat –desgevallend- gelegaliseerd en vertaald werd (bijv. huwelijksakte, geboorteakte, uittreksel van de burgerlijke stand, …). Wanneer de familie- of partnerschapsband met de Unieburger bewezen is, levert de gemeente onmiddellijk een bijlage 19ter af als bewijs van de aanvraag.
Na controle van de effectieve verblijfplaats, schrijft de gemeente het familielid in het vreemdelingenregister in en ontvangt deze een attest van immatriculatie met een geldigheidsduur van 6 maanden, te rekenen vanaf de datum van de aanvraag.
Ten laatste binnen 3 maanden na afgifte van de bijlage 19ter, legt het familielid de volgende documenten voor:
- het bewijs van de identiteit aan de hand van een paspoort met –desgevallend- een geldig inreisvisum of enig ander document dat aantoont dat u als familielid van een Unieburger geniet van het vrij personenverkeer.
- indien u een economisch niet-actieve Unieburger komt vervoegen of deze begeleidt: een ziektekostenverzekering alsook het bewijs dat de Unieburger die u komt vervoegen over voldoende middelen van bestaan beschikt om zonder uitkering rond te komen
- indien u de Unieburger als wettelijk geregistreerd partner begeleidt of vervoegen: bewijs van de duurzame en stabiele relatie, en, indien beide partners niet minstens 21 jaar zijn, het bewijs dat zij beide minstens 18 jaar zijn en dat zij reeds ten minste een jaar samengewoond hebben voor de aankomst in België van de Unieburger die vervoegd wordt
- in voorkomend geval (kinderen ouder dan 21 jaar of bloedverwanten in opgaande lijn): het bewijs dat u ten laste bent van de Unieburger die u begeleidt of vervoegt
Indien niet alle vereiste bewijzen worden overmaakt binnen 3 maanden na afgifte van de bijlage 19ter of indien de woonstcontrole negatief zou zijn, dan weigert de gemeente de aanvraag door middel van een bijlage 20 en wordt het eventueel reeds afgeleverde attest van immatriculatie ingetrokken.
Indien wel alle vereiste documenten overgemaakt worden en de woonstcontrole bovendien positief is, wordt de aanvraag overgemaakt aan de Dienst Vreemdelingenzaken die ze inhoudelijk zal onderzoeken. Indien het verblijfsrecht erkend wordt, ontvangt het familielid een ‘verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie’, in de vorm van een F-kaart. De geldigheidsduur van deze verblijfsvergunning zal gelijk zijn aan de voorziene periode van verblijf van de Unieburger die begeleid of vervoegd wordt, met een maximale geldigheidsduur van vijf jaar.
In sommige gemeenten kan u uw verklaring van inschrijving of verblijfskaart van een familielid van een Unieburger online aanvragen. Meer informatie vindt u terug op de webpagina van de gemeente waar u verblijft.
Wetgeving
Verantwoordelijke dienst
02/793.80.00