Versnelde procedure voor verzoekers met een status een andere eu lidstaat (13 februari 2020)
De afgelopen maanden zagen we een forse stijging van het aantal verzoeken van personen die al internationale bescherming genieten in een andere lidstaat van de EU. Voor deze dossiers, die bij voorrang worden behandeld, zetten we de belangrijkste principes op een rij.
GEEN REDEN OM BESCHERMING AAN TE VRAGEN VOOR WIE AL BESCHERMING GENIET
Het basisprincipe, dat voortvloeit uit de Europese regelgeving en rechtspraak van het Europees Hof van Justitie in Luxemburg en gestoeld is op wederzijds vertrouwen tussen de lidstaten, luidt dat er voor een persoon die al bescherming geniet in één lidstaat in principe geen reden bestaat om bescherming te vragen of te verkrijgen in een andere lidstaat. Elke lidstaat is er immers toe gehouden om zijn verantwoordelijkheid op te nemen en bescherming te bieden volgens het Europese kader.
Het feit dat de socio-economische situatie in een aantal lidstaten beduidend minder gunstig is dan in België, kan geen reden zijn om er een bijkomende beschermingsstatus aan te vragen. Het asielsysteem dient immers niet om een tekort aan harmonisatie van EU regels op sociaal vlak op te vangen.
Wanneer het CGVS concrete aanwijzingen heeft dat een persoon internationale bescherming geniet in een andere EU-lidstaat, gaat het bijgevolg uit van het vermoeden dat deze status actueel en toereikend is, en dat het verzoek in België niet-ontvankelijk is. Dit vermoeden is weliswaar weerlegbaar, en vereist een individueel onderzoek en persoonlijk onderhoud.
OPROEPING VOOR PERSOONLIJK ONDERHOUD OP HET CGVS
Voor verzoekers die al een beschermingsstatus genieten in een andere EU lidstaat en in België een verzoek om internationale bescherming indienen, voorziet de wet zeer korte oproepingstermijnen. Het persoonlijk onderhoud kan vanaf 2 (kalender)dagen na de kennisgeving van de oproeping plaatsvinden. Het is in principe niet mogelijk om uitstel van het persoonlijk onderhoud te krijgen.
Indien de verzoeker woonplaatskeuze gedaan heeft op het CGVS, moet hij bij het CGVS informeren naar de datum van zijn persoonlijk onderhoud. Hij kan hiervoor elke weekdag van 8.30 tot 12 uur en van 13.15 uur tot 16 uur terecht bij de helpdesk Asielprocedure of bellen op het telefoonnummer 02 205 51 11.
Indien de verzoeker niet naar het persoonlijk onderhoud kan komen, moet hij het CGVS hiervan schriftelijk op de hoogte brengen. Het CGVS moet het bewijs voor de reden van afwezigheid binnen de 2 (kalender)dagen na de vastgestelde datum van het persoonlijk onderhoud ontvangen.
Indien de verzoeker niet op het persoonlijk onderhoud is verschenen en niet tijdig een geldige reden voor de afwezigheid heeft opgegeven, wordt de aanvraag onontvankelijk verklaard en rest hem slechts de mogelijkheid tot het indienen van hoger beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
BESLISSING
Voor personen met een beschermingsstatus in een andere EU lidstaat geldt het vermoeden dat er geen reden is om bijkomend in België asiel te vragen. Doorgaans neemt het CGVS voor deze personen een beslissing tot niet-ontvankelijkheid van hun verzoek om internationale bescherming. De verzoeker kan hiertegen beroep aantekenen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Hiervoor bedraagt de termijn 10 (kalender)dagen na de kennisgeving van de beslissing tot niet-ontvankelijkheid van het CGVS.
Damien Dermaux (FR)
02 205 54 83
damien.dermaux@ibz.fgov.be